Na de LVS-toets M6 is december/ januari volgt in juni (en soms ook al in mei) de Cito-toets E6. Leerlingen in groep 6 zijn dan weer een half jaar verder en krijgen dus moeilijkere opgaven dan in de IEP-, DIA- en Cito-toets van M6.
Veel kinderen hebben op de IEP-, DIA- en Cito-toets M6 al moeite met onderdelen. Als het goed is, zijn er plannen opgesteld door de leerkracht om de resultaten te verbeteren. Dit moet op de E6-toets dan blijken.
Helaas komt het in de praktijk vaak voor dat ook de E6-toets voor rekenen slecht gemaakt wordt. In dit artikel geven we je enkele voorbeelden van de E6-toets voor rekenen.
Redactiesommen en vraagstelling
Ook op de E6 rekentoets komen redactiesommen voor en is de vraagstelling typisch voor Cito, IEP en DIA. Los van meerkeuzevragen kunnen soms gesloten antwoorden worden gegeven. Een tel- en rekenfout is daarbij zo gemaakt.
Wanneer kinderen moeite hebben met redactiesommen, kan het geen kwaad om het proces te oefenen waarin je een som uit het verhaaltje haalt. Bijvoorbeeld door je af te vragen:
- Wat willen ze van me weten?
- Met welke som bereken ik dat?
- Welke vaardigheden gebruik ik om die som op te lossen?
Afname
Gedurende drie momenten van een uur wordt de LVS-toets rekenen E6 in de klas afgenomen, op een moment dat de school zelf bepaalt. De leerlingen krijgen zo’n 30 tot 35 opgaven per toets. Bij enkele opgaven mag kladpapier gebruikt worden om tot een berekening te komen. Andere opgaven dienen uit het hoofd gerekend te worden.
Inhoud van de toets
In de LVS-toets M6 komen onder meer volgende onderdelen aan bod. In de komende alinea’s geven we daar enkele voorbeelden van.
- Rekenen met geld in verhoudingen
- Inhoudsmaten omzetten
- Rekenen met gewichten
- Ruimtelijk inzicht
- Aflezen van grafieken
- Rekenen met lengtematen
- Rekenen met data
- Rekenen met tijd
- Grote en kleine getallen
Rekenen met geld in verhoudingen
Opvallend aan de E6-toets is dat veel vaardigheden gecombineerd worden. Zo worden rekensommen met geld vaak in verhoudingen gegoten, waardoor kinderen echt inzicht moeten hebben in de som. Bijvoorbeeld in de opgave hieronder.
Opgave Zeil kopen
Pjotr gaat platen van zeil kopen om de vloer van zijn woonkamer mee te beleggen. 5 rollen zeil kosten gezamenlijk € 14. Pjotr heeft 10 rollen nodig. Hoeveel euro moet hij daarvoor betalen?
_______________ euro
Kinderen moeten bij deze som zien dat het niet gaat om de som € 14 x 10, maar om 2 x € 14. Dat is best lastig, want er is sprake van een verhouding. 5 rollen zeil verhouden zich tot € 14, dus 10 rollen zijn verhouden zich tot het dubbele daarvan.
Een verhoudingstabel kan heel goed helpen om dit beeld te schetsen.
Inhoudsmaten omzetten
Waar kinderen op de M6 toets voor rekenen nog redelijk bespaard werden en het rekenen met maten echt een kwestie was van optellen en aftrekken, komen ze daar op de rekentoets E6 niet meer mee weg. Inhoudsmaten moeten nu wel degelijk worden omgezet in andere maten én er moet een bewerking plaatsvinden.
Opgave Apotheker
Loes is apothekersassistent. Ze krijgt van de apotheker een fles hoestsiroop van 3 liter en moet hier kleine flesjes van 250 ml mee vullen. Hoeveel flesjes zijn dat?
_______ flesjes
Kinderen moeten zicht hebben op het metrieke stelsel voor inhoudsmaten en inzien hoe liters zich verhouden tot ml. Een leerling die dit begrijpt zal beseffen dat je 4 van die kleine flesjes uit een liter kan halen en dus 4 x 3 (=12) uit 3 liter.
Rekenen met gewichten
Ook op het gebied van gewichten gaan kinderen de diepte in. Er duiken regelmatig opdrachten op waarbij kinderen echt zich moeten hebben op de weegschaal en waarbij ze het metrieke stelsel van gewichten uit het hoofd moeten kennen.
Opgave Vlees kopen
Helga koopt een stuk vlees. Helaas is het etiket vies en kan ze de prijs niet goed lezen.
Hoeveel euro moet Helga betalen voor het vlees?
__________ euro
Kinderen moeten inzien dat 500 gram de helft van een kilo (1.000 gram) is. Aangezien er geen meerkeuzeopties zijn, moeten ze dit goed berekenen. Kinderen die dat benul nog niet hebben, zullen veel fouten maken bij deze opgaven.
Ruimtelijk inzicht
Wederom komt ruimtelijk inzicht uitgebreid aan bod. Kinderen krijgen afbeeldingen te zien van popconcerten en moeten dan bepalen vanuit welke hoek een foto gemaakt is. Dit inzicht ontbreekt bij veel kinderen, maar kan door oefenen zeker getraind worden.
Aflezen van grafieken
Leerlingen krijgen in groep 6 steeds vaker grafieken voor hun neus. Een grafiek moeten ze kunnen uitlezen. Ook beseffen ze dat veel informatie in een grafiek veel makkelijker te interpreteren wordt dan wanneer je de informatie gewoon als tekst onder elkaar uitschrijft.
Kinderen die goed zijn in studievaardigheden zullen over het algemeen geen moeite met grafieken hebben en deze opdrachten foutloos kunnen maken.
Opgave: Aantal bezoekers kinderboerderij
Het aantal bezoekers van de kinderboerderij was op 2 dagen hetzelfde. Op welke 2 dagen was dat?
___ mei en ___ mei
Kinderen moeten hiervoor goed kijken in de grafiek en kunnen het antwoord dan letterlijk aflezen. Zeker de leerlingen die geen moeite hebben met studievaardigheden (en doorgaans ook diagrammen, verhoudingen en tabellen goed doorzien) zullen deze opdracht zo gemaakt hebben.
Rekenen met lengtematen
Kinderen moeten in groep 6 ook de lengtematen van een liniaal kunnen omzetten naar mm. Dat is voorheen nog niet veel aan bod geweest, want het ging vooral om de grotere maten vanaf een cm. Maar nu moet de centimeter dus ook worden omgezet in mm.
Dat gebeurt vaak aan de hand van een liniaal waarnaast een afbeelding te zien is. De kinderen moeten dan bepalen hoe lang de afbeelding is. Dit is altijd een antwoord in mm. De basiskennis 1 cm = 10 mm moet er dus bij kinderen goed inzitten om deze opdrachten tot een goed einde te kunnen brengen.
Grote getallen verdelen
Ook het delen met grote getallen krijgt een belangrijke rol in de IEP-, DIA- en Cito-toets rekenen voor E6. Zo moeten kinderen met meerdere grote getallen een deelsom zien op te lossen.
In groep 6 kunnen leerlingen kolomsgewijs delen. Ze leren dan de deelsom op te splitsen in afzonderlijke delen of ze vullen een keersom aan. Wanneer je goed kijkt naar dergelijke sommen, kun je de tafels erin herkennen. Wie dat inzicht heeft, zal zijn hand niet omdraaien voor dergelijke sommen.
Wie dat besef nog niet heeft, kan het trainen om er beter in te worden.
Opgave: Erfenis verdelen
De erfenis van oom Frank wordt verdeeld over 4 mensen. Oom Frank had € 3280 te verdelen. Hoeveel krijgt ieder?
________________ euro
In deze opgaven kun je de deelsom dus maken door 3200 te delen door 4 (800) en daar 80 : 4 (20) bij op te tellen om erachter te komen dat iedereen € 820 krijgt.
Rekenen met data
Wat ook aan bod komt in groep 6, is rekenen met agenda’s en kalenders. Leerlingen moeten dus een idee hebben van de maanden en de dagen in die maanden. Dat wordt al geoefend in groep 6, maar kan thuis nog beter geoefend worden door het werken met een agenda en kalender als vanzelfsprekend te laten zijn.
Opgave: Verjaardag
Vandaag is het 16 maart. Jorn is over precies drie weken jarig. Welke datum is het dan?
______________________________
Om dit te berekenen moeten kinderen dus weten dat a) 3 weken uit 21 dagen bestaat en b) de maand maart uit 31 dagen bestaat.
De datum is dus 6 april. Kinderen die niet weten dat maart uit 31 dagen bestaat, lopen geheid op deze opgave vast.
Rekenen met tijd
Zowel digitale als analoge tijd komt in groep 6 aan bod. In de M6 toets is hier al aandacht naar uitgegaan, maar in de toets E6 komt het nog moeilijker terug. Kijk maar eens naar deze twee opgaven.
Opgave: Alarm
Stevens wekker gaat om precies 7 uur ’s ochtends af. Zijn wekker geeft nu aan dat het 6:18 is. Over hoeveel minuten gaat zijn wekker af?
_____________ minuten
Opgave: Trein
Mevrouw Janssen moet de trein naar Antwerpen hebben. De trein vertrekt over 8 minuten. Het is nu 09:54. Hoe laat vertrekt de trein naar Antwerpen?
Om _______________
In de eerste som hebben leerlingen het besef nodig dat een uur uit 60 minuten bestaat en niet uit 100. Dat is een fout die, begrijpelijk, veel voorkomt. Alles binnen het rekenen heeft immers te maken met een 100-tallig stelsel. Wanneer kinderen dat dus wel doorhebben, zal de som goed op te lossen zijn.
In de som van mevrouw Janssen moet er een obstakel worden genomen door over het hele uur te gaan rekenen. Het is dus wederom van belang dat je stopt bij 60 minuten en dus niet uit kan komen op 09:62 uur. Dat bestaat niet.
Snappen kinderen dat je eerst voorbij de 10 uur gaat en dat de trein dan om 10:02 uur zal vertrekken?
Grote en kleine getallen
Het getalbegrip beleeft in groep 6 een hoogtepunt. Leerlingen moeten laten zien dat ze grote en kleine getallen goed beheersen. Dat gebeurt aan de hand van heel kale sommen, zoals hieronder:
De vraag is wat er dus nodig is op het vraagteken om het getal bovenin te krijgen? Kinderen moeten dus kunnen berekenen dat er nog een verschil ligt tussen de 55.500 en 38.500, maar ook tussen de 0,6 en 0,35.
Oefenen met rekenen
Er komt veel nieuwe stof op kinderen in groep 6 af. Lang niet alle kinderen maken de LVS-toets groep 6 dan ook even goed. Ondanks dat ze de methodetoetsen vaak wel begrijpen, daar die dichter op de lesstof volgen.
Oefenen voor de rekentoets kan helpen om kinderen beter voor te bereiden op de IEP-, DIA- en Cito-toetsen voor rekenen. Met het oefenboek “Rekentoets Groep Oefenen deel 2” haal je al het benodigde materiaal in huis om de E6-toets van groep 6 te oefenen. Ruim 200 oefenopgaven en nog eens meer dan 500 kale sommen om nog meer te oefenen.
Bereid je kind goed voor op de LVS-toets rekenen van groep 6.
- Rekentoets Groep 6 Oefenen deel 2
- Het meest uitgebreide oefenboek voor rekenen in groep 6!
- Voorbereiding op de LVS-toets Rekenen Eind Groep 6 (mei/juni)
- Voorbereiding en onderhoud voor de tweede helft van groep 6
- Ontwikkeld door leerkrachten
- Voorkomt achterstand en verbetert resultaten
- Geschikt voor alle toetsen (Cito, IEP en meer)
- €47 / digitaal
- €67 / fysiek
- Rekentoets Groep 6 Oefenen deel 1 & 2
- Het meest uitgebreide oefenboek voor rekenen in groep 6!
- Voorbereiding op de LVS-toets Rekenen Midden en Eind
- Voorbereiding en onderhoud voor heel groep 6
- Ontwikkeld door leerkrachten
- Voorkomt achterstand en verbetert resultaten
- Geschikt voor alle toetsen (Cito, IEP en meer)
- €67 / digitaal
- €97 / fysiek