Leerproblemen komen in alle groepen van de basisschool voor. Vaak zijn leerproblemen al voor groep 6 gesignaleerd, maar het kan zijn dat pas later een leerprobleem boven tafel komt.
Naast dyslexie (waarbij iemand moeite heeft met het lezen) bestaat er ook dyscalculie. Bij dyscalculie heeft een kind extreem veel moeite met het leren rekenen. Dyscalculie komt ongeveer bij 2 tot 3 procent van de kinderen voor. Het is een erfelijke aandoening.
Automatiseren is een groot probleem
Kinderen met dyscalculie zijn vaak intelligent genoeg om het rekenen te begrijpen. De strategieën die de leerkracht hen verteld, kunnen ze foutloos toepassen. De grote problemen zitten echter in het “omgaan met cijfers”. Automatiseren is dan ook een groot probleem voor kinderen met dyscalculie. Bij het automatiseren wordt de basis van rekenen ingeslepen. Een kind dat goed geautomatiseerd heeft kan bijvoorbeeld de tafels opnoemen, maar kan ook de relaties tussen getallen snel overzien. 14 + 7 = 21, dus 1400 + 700 is 2100.
Kinderen die dyscalculie hebben, kunnen dit niet.
Wat houdt dyscalculie in?
Wanneer een kind dyscalculie heeft, is dat aan het volgende te merken:
- De kinderen kennen de namen van getallen niet (het getal 2 kan zomaar “drie” of “vier” genoemd worden, omdat het kind het echt niet ziet);
- Het automatiseren van de tafels verloopt dramatisch;
- Simpele rekensommetjes worden niet goed opgelost;
- Ruimtelijke oriëntatie is voor deze kinderen heel erg moeilijk;
- Het besef van tijd is bij kinderen met dyscalculie niet goed ontwikkeld.
Het grote nadeel van dyscalculie is dat kinderen het idee hebben dat ze dom zijn. Ze weten wel hoe ze een som op moeten lossen, maar kunnen het gewoonweg niet omdat ze de cijfers niet goed in hun hoofd hebben zitten. Dat leidt tot heel veel frustratie.
Voorbeeld van dyslexie
Tijmen had altijd al een hekel aan rekenen. Dat begon al in groep 2, waar de juf zich erover verbaasde hoe slecht hij de getallen kende. Hij noemde 3 steevast 7 en wisselde ze vaak om. Soms leek hij ook maar wat te gokken. Het leren rekenen in groep 3 verliep dramatisch. De rekencoördinator van de school opperde dat hij dyscalculie zou kunnen hebben en schakelde een orthopedagoog in. Nu mag Tijmen hulpmiddelen gebruiken om rekensommen op te lossen. De cijfers kent hij niet, maar de strategieën weet hij probleemloos uit te leggen.
Ouder van Tijmen (groep 6)
Onderzoek
Om dyscalculie vast te stellen is onderzoek nodig. Dit onderzoek wordt gedaan door een psycholoog of orthopedagoog, vaak op advies van de leerkracht. Een kind waarbij dyscalculie wordt gezien, kan daar een verklaring voor krijgen (de dyscalculieverklaring). Hiermee kan een kind tafelkaarten en rekenmachines gebruiken om sommen op te lossen. Ook mag een kind bij het maken van toetsen meer tijd gebruiken.
Er is geen standaard protocol voor kinderen met dyscalculie. De school bepaalt dus per situatie wat tot de mogelijkheden behoort en wat niet.
Kosten dyscalculieonderzoek
De kosten van een dyscalculieonderzoek lopen op tot € 800. Net als de kosten van dyslexieonderzoeken zijn ook de kosten van dyscalculieonderzoeken gedekt bij veel verzekeraars. Controleer dit goed als je zelf besluit een onderzoek te doen. Overleg anders met de school of het daar mogelijk is.
Heeft jouw kind dyscalculie? Hoe gaat hij of zij daarmee om?