Groep 6 is een belangrijk jaar. Het wordt vaak gezien als de definitieve overgang van de midden- naar de bovenbouw. Maar wat veel ouders niet weten is dat er in groep 6 ook al de basis wordt gelegd voor het schooladvies in groep 6.
Basisschoolleerkrachten van groep 6 vinden het vaak een uitdaging om hun klas te begeleiden. We vroegen twee leerkrachten van groep 6 welke fouten kinderen in groep 5 nu het meeste maken. De top 5 (in willekeurige volgorde te lezen) delen we graag met je.
#1 Persoonsvorm en onderwerp
Als kinderen aan de slag gaan met persoonsvorm en onderwerp, worden die twee heel vaak door elkaar gehaald. Dat is niet gek, want de term “persoonsvorm” geeft het idee dat het om een persoon gaat.
In een zin als: Annie gaat naar school, is het niet gek dat je als persoonsvorm Annie aanwijst.
Maar als je eenmaal beseft dat de persoonsvorm dus niet zo logisch is als ze klinkt, weet je dat je het beste eerst het onderwerp (vaak een persoon, maar soms ook een voorwerp, kleur, land, klimaat enzovoorts) kan opzoeken en dan de persoonsvorm.
Onthoud: de persoonsvorm is een werkwoord.
#2 Metrieke stelsel
Leuk, rekenen in groep 6. Maar er komt zoveel nieuws op kinderen af. Het metrieke stelsel onder andere! Dat is dat stelsel waarbij je millimeters, centimeters, decimeters en zo met elkaar kunt vergelijken. Een stap naar links is keer 10 en naar rechts is gedeeld door 10 (of andersom?). Hoe dan ook: houd het metrieke stelsel er vooral bij als je hiermee rekent.
Je zal zien dat hoe vaker je ermee oefent, hoe vanzelfsprekender het gaat.
#3 Breuken
Breuken in groep 5 makkelijk? Wacht maar tot je in groep 6 zit. Waar je er in groep 5 nog met het benoemen van een breuk vanaf kwam en hooguit eens een gelijknamige breuk bij aan andere op moest tellen, gaat het in groep 6 alle kanten op!
Je trekt ze af, telt ze op, vergelijkt ze met elkaar, vergelijkt ze met andere getallen (en soms al met kommagetallen, afhankelijk van je methode).
Onthoud: de teller staat boven en de noemer onder. De noemer verandert niet (tenzij je hem zelf aanpast), de teller kan veranderen.
#4 IJ of EI?
Spellingsmethodes breken er al jaren hun hoofd over. Staat een woord op de EI-plaat, dan is het met korte ei. Maar ja, hoe weet je dat?
IJ en EI zijn geen regelwoorden of klankwoorden. Er is immers geen regeltje dat uitwijst of je de korte of de lange versie gebruikt en ook aan de klank kun je het niet horen. Hoe weet je dat pastei met korte ei geschreven wordt en bij met een lange ij?
Niet. Je moet het gewoon weten.
Tip van de meester en juf: schrijf de woorden in een apart schriftje op en leer ze van buiten. Dít lijstje kan je al aardig op weg helpen (vul het wel even zelf aan)!
#5 Hoofdgedachte van een tekst
Begrijpend lezen gaat in groep 6 eigenlijk alleen maar dieper in op de betekenis van tekst. Het technisch lezen (het kúnnen lezen) staat nu steeds minder centraal.
Bij veel teksten wordt gevraagd om de “hoofdgedachte” van een tekst. De meeste kinderen verwarren hoofdgedachte met onderwerp. In de korte tekst hieronder is het onderwerp “kabouters”, maar de hoofdgedachte “kabouters bestaan niet”. Lees maar:
Mijn zusje is bang voor kabouters. Ze denkt dat ze onder haar bed wonen. Kabouters zijn die kleine mannetjes en vrouwtjes uit sprookjesboeken. Mannetjes hebben vaak een puntmuts, een baard en een tuinbroek aan. Vrouwtjes zijn vaak mollig en dragen een jurk. Maar kabouters bestaan niet. Net als heksen, reuzen en spoken.
Onthoud dus het volgende:
- Het onderwerp is waar de tekst over gaat
- De hoofdgedachte is wat de schrijver van de tekst je duidelijk wil maken
Conclusie
In dit artikel heb je de meest voorkomende fouten voorbij zien komen die kinderen in groep 6 maken. Heb jij een kind in groep 6? Help hem of haar dan deze fouten niet te maken.
Zijn er nog meer fouten die veel gemaakt worden? Laat gerust een reactie achter!