In groep 5 krijgt je kind voor het eerst topografie. De opbouw van topografie is vrij logisch: in groep 5 leren de kinderen Nederlandse topografie, in groep 6 en/ of 7 Europese topografie en in groep 7 en/ of groep 8 wereldwijde topografie.
Wat mag je verwachten van topografie in groep 5?
Provincies en hoofdsteden
In de eerste plaats leren de kinderen dat Nederland is opgebouwd uit de 12 provincies. Iedere provincie heeft een eigen hoofdstad. In onderstaande tabel zie je de provincies en hun hoofdsteden terug.
Groningen | Groningen |
Friesland | Leeuwarden |
Drenthe | Assen |
Overijssel | Zwolle |
Gelderland | Arnhem |
Flevoland | Lelystad |
Utrecht | Utrecht |
Noord-Holland | Haarlem |
Zuid-Holland | Den Haag |
Zeeland | Middelburg |
Noord-Brabant | Den Bosch |
Limburg | Maastricht |
Rivieren en wateren
Door Nederland stromen enkele grote en minder grote rivieren (zoals de Maas, de Rijn en de Waal, de IJssel en de Lek), maar er zijn ook talloze kanalen die kinderen moeten leren kennen. Ook het IJsselmeer, Markermeer, de Noordzee en de Waddenzee worden aan kinderen in groep 5 gevraagd.
Grote steden
Naast hoofdsteden heb je in Nederland ook andere grote en bekende steden. Het zijn vaak steden met veel inwoners of steden die om een andere reden bekend zijn. Je kunt hierbij denken aan Emmen, Almere, Nijmegen, Rotterdam, Eindhoven en Terneuzen.
Naast de provincies en hun hoofdsteden leren kinderen op de kaarten ook deze grotere steden kennen.
Gebieden en regio’s
Tot slot kent Nederland naast de provincies en wateren ook enkele gebieden en regio’s. Deze lopen soms door meerdere provincies heen. Je kunt hierbij denken aan de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe, de Betuwe, de Biesbosch, Twente en ’t Gooi.