Aan de slag met spelling groep 5? De LVS-toets voor spelling in groep 5 wordt twee keer per jaar afgenomen. Dat kan gebeuren aan de hand van de IEP-, DIA- toets spelling, maar ook kan de Leerling in Beeld-toets gebruikt worden. Leerling in Beeld is het nieuwste toetsprogramma van Cito. (Lees hier alles over LVS-toetsen in groep 5.)
Wil jij je kind goed voorbereiden op de toetsen voor spelling, maar bovenal beter leren spellen? Dan leggen we je in dit artikel graag uit wat je kind in groep 5 voor spelling moet kunnen.
Inhoud van spelling in groep 5
Het vak spelling komt in groep 5 ruimschoots terug, omdat het zo belangrijk is. Spelling maakt deel uit van taalonderwijs, maar kent zelf ook drie deeldomeinen, te weten:
- Spelling van niet-werkwoorden (categoriewoorden);
- Spelling van werkwoorden
- Grammatica
Alle drie deze domeinen komen in het onderwijs in groep 5 terug. Kinderen moeten categoriewoorden eigen maken, maar ook moeten zij weten hoe je werkwoorden vervoegt en hoe het zit met verleden tijd en tegenwoordige tijd. Anders gezegd: van kinderen wordt verwacht dat ze ’t kofschip-x goed kunnen toepassen.
Ook wordt een begin gemaakt met het onderwijs in grammatica. Kinderen leren in groep 5 zinsdelen te onderscheiden en woorden te benoemen.
Methode voor spelling is bepalend
Wat wel goed is om te weten, is dat er op school gebruik kan worden gemaakt van verschillende methodes voor spelling. De methode die de school gebruikt is bepalend voor het aanbod aan spellingonderwijs. Dat kan betekenen dat er in de ene school vroeger wordt begonnen met bijvoorbeeld werkwoorden of grammatica dan in de andere school. Het is goed om dit in je achterhoofd te houden.
Categorieën bij spelling
Woordcategorieën bestaan uit woorden die volgend bepaalde regels worden geschreven. De naam die aan een categorie gegeven wordt kan overigens ook verschillen. Bijvoorbeeld de regel waarbij je een ‘k’ hoort, maar een ‘c’ schrijft. De ene methode noemt dit “cola-woorden”, de andere methode gaat voor het “cactus-woord”. De regel houdt echter hetzelfde in.
Welke categorieën komen in groep 5 voorbij? We zetten ze hieronder voor je op een rijtje:
- Woorden met –ng– of –nk–
- Woorden met –f– of –v–
- Woorden met –s– of –z–Woorden met –aai–, –ooi– en –oei–
- Samengestelde woordenWoorden met –eer–, –oor– en –eur–
- Woorden met be–, ge–, ver–, te–, –el, –er, –en en –te
- Woorden met –ei– of –ij–
- Woorden waarbij ‘d’ klinkt als ‘t’
- Woorden eindigend op lange klank ‘a’, ‘o’ en ‘u’
- Woorden met –au–, –auw–, –ou– en –ouw–
- Woorden met –ch(t)–
- Woorden met –eeuw–, –ieuw– en –uw–
- Woorden met een open lettergreep
- Woorden met een gesloten lettergreep
- Woorden met verandering f/v en s/z
- Woorden met –em, –elen, –enen of –eren
- Verkleinwoorden met –je(s), -etje(s) en -pjes(s)
- Woorden met –au(w)– en –ou(w)–
- Woorden eindigend op –ig– en –lijk–
Werkwoorden
Op het gebied van werkwoorden maken kinderen kennis met de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het gezegde (voltooid deelwoord). De kinderen vervoegen werkwoorden afhankelijk van de tijd waarin ze staan en gebruiken bij de verleden tijd de regels van ’t kofschip-x. Die regels zijn eigenlijk een soort van stappenplan om tot de juiste spelling te komen.
Hieronder volgend e regels van de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en ’t kofschip-x.
Tegenwoordige tijd
Ik (en jij erachter) = stam
Jij/ een ander = stam + t
Wij/ anderen = hele werkwoord
Verleden tijd – verandert van klank
Verandert een werkwoord in de verleden tijd van klank? Dan schrijf je het zoals je het hoort. Zoals bij het woord “zwemmen”.
Zin tegenwoordige tijd: Wij zwemmen in de rivier.
Zin verleden tijd: Wij zwommen in de rivier.
Je hoort “zwommen” en schrijft het woord zoals je het hoort.
Verleden tijd – verandert niet van klank
Verandert een werkwoord niet van klank als je het in de verleden tijd zet? Dan gebruik je de stappen van ’t kofschip-x. Zoals bij het werkwoord “antwoorden”.
Zet deze zin in de verleden tijd: Oma antwoordt op mijn vraag.
Stap 1. Hoe vind je de stam? Haal –en van het hele werkwoord af.
Antwoorden – “en” = antwoord
Stap 2. Wat is de laatste letter?
De laatste letter is een “d”
Stap 3. Zit de laatste letter in ’t kofschip-x? Ja? Dan schrijf je +t of +te(n). Nee? Dan schrijf je +t of +den.
Nee, de “d” zit niet in ’t kofschip-x. En “oma” is enkelvoud. Ik schrijf “de”.
Grammatica
Bij grammatica gaat het om het kunnen benoemen van woordsoorten en zinsdelen. Veel kinderen vinden dit moeilijk en daarom is het niet verkeerd er op tijd mee te beginnen. Grammatica in groep 5 begint met:
- Persoonsvorm
- Onderwerp
- Gezegde (hulpwerkwoord en voltooid deelwoord)
Op een later moment komen ook zaken als bijvoeglijk naamwoord, telwoord, rangtelwoord, bepaling van tijd en plaats en lijdend voorwerp aan bod.
Het belang van IEP-, DIA- en Cito-toetsen spelling
IEP, DIA en Cito toetsen voor basisscholen de vaardigheden van kinderen. Dat doet ze twee keer per jaar met een Medio-toets (december) een Eindtoets (juni). Cito toetst via de Cito-toetsen of de Leerling in Beeld-toetsen, IEP gebruikt de IEP-toets en DIA de DIA-toets.
Deze toets is belangrijk, omdat ze een duidelijk beeld geeft aan leerkrachten over het functioneren van kinderen. Het zijn feitelijke cijfers en door op vaste momenten te toetsen, is de groei van kinderen goed in kaart te brengen.
Voor de LVS-toets spelling kun je een score halen die loopt van I tot V. Daarbij geldt grofweg de volgende normering:
- I-score: 80 tot 100% van de toets goed
- II-score: 60 tot 80% van de toets goed
- III-score 40 tot 60% van de toets goed
- IV-score 20 tot 40% van de toets goed
- V-score 0 tot 20% van de toets goed
Het is niet zo dat scholen willen dat alle leerlingen een I-score halen. Het is wel belangrijk dat leerlingen groeien. Een leerling die een V-score haalt en doorgroeit naar een IV-score is net zo goed als ene leerling die van een III naar een II groeit. Er is namelijk sprake van groei en dat betekent dat de lessen goed zijn opgepakt.
Oefenen voor spelling
Wil jij, net als veel andere ouders, oefenen met spelling? Dan is het goed om te weten dat er veel oefenboeken op de markt zijn. Het beste oefenboek dat op dit moment beschikbaar is, is het oefenboek “Spelling Groep 5 Oefenen” van Educazione.
Het betreft een zeer uitgebreid oefenboek waar je als ouder het hele jaar mee kunt doen. Het oefenboek bevat alle categorieën die we hiervoor besproken hebben, maar biedt ook volop ruimte om werkwoorden te oefenen en aan de slag te gaan met herhaling.
Gebruikers van het oefenboek zijn vooral tevreden over de opzet van de lessen. Per categorie is een complete les te volgen, die wordt afgesloten met een puzzel. Er is volop afwisseling in opdrachten, maar de kinderen worden wel gedwongen woorden goed te schrijven. En dat is belangrijk en zeer effectief: door het goede woord te blijven opschrijven ontstaat een automatisme, een woordbeeld.
Veel kinderen zijn beter gaan spellen doordat er net even wat meer aandacht naar de juiste woorden is uitgegaan.
Bijkomend voordeel volgens veel ouders is dat er ook een duidelijke handleiding voor ouders is. In die handleiding staat een beknopte beschrijving van elke categorie. Die kun je samen met je kind doornemen of zelf leren, zodat je optimaal kan helpen.
Educazione vindt het belangrijk haar oefenboek breed beschikbaar te maken en biedt het daarom zowel fysiek als in digitale vorm (PDF) aan. Hieronder hebben we de oefenboeken voor je verzameld. Je wordt doorgestuurd naar de webwinkels in kwestie.