Doorstroomtoets

Doorstroomtoets groep 8 oefenen

Wil jij de doorstroomtoets groep 8 oefenen met je zoon of dochter? In dit artikel vertellen we je eerst wat de doorstroomtoets is, wat deze kan betekenen voor het schooladvies en welke doorstroomtoetsen er zijn. Daarna geven we je een tip voor een goed oefenboek om de doorstroomtoets mee te oefenen.

Doorstroomtoets groep 8

De Centrale Eindtoets Basisonderwijs heeft plaatsgemaakt voor de doorstroomtoets. Heel veel meer is er niet veranderd, behalve dat de doorstroomtoets weer wordt afgenomen in januari en februari, in plaats van maart. Dat komt omdat de doorstroomtoets nog gevolgen kan hebben voor het afgegeven schooladvies eerder in groep 8. Daarover later meer.

De doorstroomtoets is de eindtoets. De laatste toets die kinderen in groep 8 maken, nadat ze in groep 3 begonnen met de eerste toetsen uit het leerlingvolgsysteem (lvs). De toets gaat in op rekenen, begrijpend lezen en taalverzorging (spelling). De doorstroomtoets kan gezien worden als de M8-toets.

Er zijn verschillende aanbieders van doorstroomtoetsen, maar de werking is gelijk. Kinderen maken de doorstroomtoets (op papier of digitaal) op een datum in januari en of februari (scholen zijn vrij die datum te kiezen, tenzij ze de digitale afname doen) en ontvangen niet veel later de uitslag. Deze uitslag kan gevolgen  hebben voor het schooladvies.

Centrale Eindtoets = Doorstroomtoets groep 8

Schooladvies

Het schooladvies is het advies dat kinderen in groep 8 krijgen over het voortgezet onderwijs, vaak als gevolg van een voorlopig schooladvies in groep 7.

Of een kind naar het vmbo, de havo of het vwo wordt verwezen hangt af van de tot dan toe gemaakte lvs-toetsen (zoals Leerling in Beeld, IEP, Dia en Boom), hun werkhouding en gedrag en het beeld dat de leerkrachten hebben.

De doorstroomtoets heeft, anders dan de voorgaande eindtoetsen, een bepalende positie. Wordt de doorstroomtoets hoger gemaakt dan het advies (bijvoorbeeld: scoort een kind met een vmbo-tl advies tijdens de doorstroomtoets havo), wordt het advies naar boven toe aangepast. Andersom (dus een lagere score dan het advies) gebeurt dat niet.

Dit wordt gedaan om kansenongelijkheid in het onderwijs tegen te gaan. Ook kinderen die door de leerkracht niet op niveau worden ingeschat, kunnen op deze manier uitstromen naar het passende voortgezet onderwijs.

Voorbeelden van gevolgen voor het schooladvies door de doorstroomtoets

Ymke scoort op de doorstroomtoets een score passend bij havo. Ze kreeg eerder van de juf een advies om naar het tl te gaan. Doordat ze nu havo scoort, past de juf het advies aan naar havo. Ymke kan zich inschrijven voor havo en zelfs havo/vwo.

Cassian scoort op de doorstroomtoets een score passend bij tl. Hij ontving eerder een havo-advies. Zijn advies blijft ongewijzigd, want een lagere score op de doorstroomtoets betekent niet automatisch een lager niveau.

Doorstroomtoets groep 8 oefenen

Vakken

Zoals gezegd worden er drie vakken getoetst op de doorstroomtoets: rekenen, begrijpend lezen en taalverzorging.

Rekenen

Alle stof die tot aan groep 8 aan bod is gekomen, komt voorbij. Op de doorstroomtoets wordt verschil gemaakt in de vier domeinen: getalbegrip, verhoudingen, meten en verbanden. Onder die domeinen zijn alle sommen te scharen die kinderen tot dat moment gemaakt hebben. Ze moeten hun strategieën aan kunnen wenden om tot de juiste oplossingen te komen.

Begrijpend lezen

Het vak  begrijpend lezen is het belangrijkste vak op de doorstroomtoets, omdat het als basis dient voor studerend lezen. Kinderen lezen op de doorstroomtoets teksten van allerlei soorten en geven antwoorden op de inhoud, maar ook over de stijl, de schrijver, de doelen die de tekst heeft en de tekstverbanden die in de tekst te vinden zijn. Of het nu gaat om een verhalende tekst, een instruerende tekst of een opinietekst, de kinderen moeten deze lezen en de vragen erover beantwoorden.

Taalverzorging

Het vak taalverzorging betreft eigenlijk vier domeinen voor spelling, te weten: werkwoordspelling, spelling van categoriewoorden, grammatica en interpunctie.

Kinderen moeten de regels van vervoegen kennen, woorden in tegenwoordige, verleden en voltooide tijd kunnen plaatsen. Ze moeten echter ook categoriewoorden foutloos kunnen schrijven door het toepassen  van de juiste regels. Dan is er nog ruimte voor grammatica, dat bestaat uit zinsontleding en woordsoorten. Tot slot wordt van de kinderen gevraagd zich te buigen over interpunctie, het juist gebruik van hoofdletters en andere leestekens (punten, komma’s en dubbele punten).

Aanbod van doorstroomtoetsen

Er kan verwarring zijn over het aanbod van doorstroomtoetsen. Op dit moment zijn er meerdere partijen en uitgeverijen die de doorstroomtoets aanbieden. Namelijk:

  • Leerling in Beeld
  • IEP
  • Diataal (Dia-toets)
  • Route 8 doorstroomtoets
  • AMN doorstroomtoets
  • DOE (overheidsdoorstroomtoets)

In de meeste gevallen zal de school een doorstroomtoets kiezen die past bij het gebruikte leerlingvolgsysteem. Heeft je kind altijd de toetsen van IEP gemaakt? Dan zal ook de IEP doorstroomtoets gebruikt worden. Doet de school alles met Leerling in Beeld? Dan zal de Leerling in Beeld doorstroomtoets worden afgenomen.

Dit hoeft echter niet. Los van de leerlingvolgsystemen is elke school vrij om een doorstroomtoets te kiezen. De Route 8 doorstroomtoets wordt bijvoorbeeld op veel scholen afgenomen, juist omdat deze niet afhankelijk is van een leerlingvolgsysteem.

Maakt dit uit?

Nee, feitelijk maakt het niets uit. Alle doorstroomtoetsen doen hetzelfde: ze toetsen de kinderen op de kennis die ze moeten hebben als ze van school gaan. Als je wel wil weten welke doorstroomtoets jouw kind gaat maken, kun je het beste contact opnemen met de school.

Doorstroomtoets oefenen

Veel ouders kiezen ervoor de doorstroomtoets met hun kind te oefenen. Daar zijn verschillende redenen voor, bijvoorbeeld:

  • Voorkomen dat een kind achterstanden oploopt;
  • Zorgen dat een kind het maximale laat zien tijdens de afname van de toets;
  • Ouders zijn het niet eens met het schooladvies en hopen met oefenen een hoger schooladvies af te dwingen;
  • Kinderen worden door te oefenen zekerder van zichzelf en goed voorbereid op de doorstroomtoets;
  • Door het lerarentekort en onbevoegde mensen voor de klas, is er geen vertrouwen in de onderwijskwaliteit en helpt oefenen aan meer zekerheid onder ouders en kinderen.

Welke reden je als ouder ook hebt, het is belangrijk om goed oefenmateriaal aan te schaffen.

Oefenboek voor de doorstroomtoets

Toetsmeester.nl heeft oefenboeken voor de doorstroomtoets bekeken. Er is veel materiaal te vinden, maar het meest complete oefenboek is dat van Ruud van den Berg. Hij stelde, samen met professionals uit het onderwijs, een oefenboek samen dat geschikt is voor alle doorstroomtoetsen (dus zowel voor IEP, Leerling in Beeld, Dia, AMN, Route 8 als DOE) en uitgebreid ingaat op alle vakken. Ook is er variatie in de toetsopgaven en vind je er extra uitdaging voor kinderen die net even wat meer nodig hebben. Je vindt het oefenboek in de tabel hieronder.